Inspiration hold: Omdat we vooral geïnteresseerd zijn in de werkelijke druk die aanwezig is in de alveoli moeten we er zeker van zijn dat er geen flow is die het drukverschil tussen de beademingsmachine en de long opheft. Dit kunnen we het best bereiken door een hold-manoeuvre toe te passen, zodat er aan het eind van de inspiratie een no flowfase ontstaat. Dit is overigens alleen betrouwbaar als de patiënt zelf niks doet, dus geen spieractiviteit heeft.

Bij een inspiration hold worden precies aan het eind van de inspiratie de in en uitademeningskleppen gesloten en is er geen flow meer. Het indrukken van de inspiration hold knop hoeft niet op de inspiratie getimed te worden. De machine zal vanzelf stoppen op het juiste moment.

Na enkele seconden stabiliseert de gemeten ademwegdruk tot een constante waarde. Deze druk die wordt weergeven op het scherm komt overeen met de werkelijke druk in de long en de alveoli.

 

Expiration hold: Tijdens het uitvoeren van een expiration hold sluiten beide in en uitademingskleppen, maar nu uiteraard aan het eind van de expiratie. De gemeten druk die hieruit komt komt overeen met de werkelijke druk die in de long achterblijft aan het eind van de expiratie. Als de druk die wordt weergeven hoger is dan de ingestelde PEEP, is er sprake van air trapping en heeft de long zich niet volledig kunnen legen.

Via het submenu onder specifieke metingen vind je meer informatie hierover of via de zijbalk.

Bron: Venticare beademing een praktische handleiding.