ASV - Adaptive support ventilation


ASV is een volautomatisch beademingsprogramma dat het ademminuutvolume garandeert door het gebruik van drukconstante gecontroleerde(PC) en/of geassisteerde(PS) inspiraties. Om het ademminuutvolume te bepalen moet het geslacht en de lengte van de patiënt worden ingevoerd. Op basis van deze gegevens wordt het predicted body weight bepaald. Van hieruit volgen de berekeningen, op basis van de longkarakteristieken(compliantie en weerstand) wordt de ideale verhouding tussen teugvolume en ademhalingsfrequentie gekozen. De gebruiker kan het ademminuutvolume bijstellen op basis van de schatting van de Co2 productie. De normaalwaarde is 100% minuutvolume. Als je dus een hoger ademminuutvolume wilt genereren pas je het minuutvolume aan boven de 100%. Als je bijvoorbeeld wilt weanen en de patiënt dus minder ondersteuning wilt bieden kan je bijvoorbeeld de ondersteuning naar 80% zetten. 

100% minuutvolume komt overeen met ademminuutvolume van 100ml/kg predicted body weight.

 

Slag op slag meet de beademingsmachine de weerstand en compliantie en wordt de beademingsdruk aangepast. Ook zoekt de beademingsmachine continu naar de ideale ademhalingsfrequentie, de frequentie waarbij de ademarbeid bij de gemeten compliantie en weerstand het minst is. Het optreden van auto-PEEP wordt gemeten om de frequentie of de expiratietijd hierop aan te passen. 

 

Omdat ASV gebruik maakt van teugvolumen die groter zijn dan 6ml/kg zijn deze niet ideaal voor de behandeling van patiënten met ARDS. Bij de ASV-intellivent daarentegen zijn er diverse protocollen toegevoegd waardoor dit wel mogelijk is. 

Deze protocollen bieden de mogelijkheid om patiënten met ARDS, neurologische schade en chronische hypercapnie te beademen.

Doordat bij ASV-intellivent gebruik wordt gemaakt van volumetrische capnografie en de integratie van perifere saturatiemeting kan dit systeem volledig closed loop werken en dus ook gewenst instellingen regelen zoals Fio2 en PEEP.

Zie ook ASV-intellivent in de rechter kolom of via het hoofdmenu voor meer informatie hierover.

 

In de figuur in de rechter kolom worden de volgende punten gemarkeerd met cijfers:

1: De algemene parametrie die wordt weergegeven tijdens beademing. De grote getallen in deze kolom zijn de waarden die uit de beademing van de patiënt komen. De kleine getallen links in de kolom zijn de alarmgrenzen die ingesteld zijn. De home button links onder past je scherm weer aan naar de standaard configuratie die is ingesteld. Rechts hiervan wordt het icoontje van de intellicuff weergeven. Rechts hiervan de twee druppels staan voor de actieve bevochtiging. voor de laatste twee geldt natuurlijk dat ze alleen geopend kunnen worden als hier ook gebruikt van gemaakt wordt.

2: De dynamische long, links boven hierin wordt het geslacht van de patiënt weergeven, hieronder lengte gevolgd door het IBW(ideal body weight) van de patiënt. Rechtsboven wordt de huidige druk op de cuff van de tube aangegeven(mits de intellicuff gebruikt wordt). Hieronder worden teugvolumina, compliantie, triggering van de patiënt, resistance en de pols van de patiënt weergeven.

3: Er wordt hier de ventilatie status weergeven met 6 parameters. Wanneer alle waarden aan de wean criteria voldoen zal dit deel van het paneel groen omcirkelt zijn. 

4: Sneltoetsen om de beademing instellingen aan te passen. Voor uitgebreide instelling ga naar de knop ''instellingen''.

 


Bron: https://hamiltonmedical.nl/, Venticare beademing een praktische handleiding.