Spontaneous breathing trial


Een spontaneous breathing trial(SBT) of Trial spontaan ademen(TSA) wordt bij beademde patiënten gebruikt om te beoordelen of zij gedetubeerd kunnen worden. 

Hieronder zal een korte omschrijving volgen wat dit precies inhoud. Voor de volledige uitleg hierover raad ik je aan het document te downloaden onderaan of de bron die onderaan vermeld wordt te volgen naar nvic.nl.

 

De term “ontwenning van de beademing” omvat het gehele proces van afbouwen van de ondersteuning door de beademingsmachine tot en met het verwijderen van de endotracheale tube of tracheacanule. De definitie van falende ontwenning is niet eenduidig. Falende ontwenning kan betekenen dat er sprake is van een falende trial
spontaan ademen (TSA) of falende extubatie.

 

Falen van een SBT/TSA kenmerkt zich door:

1. objectieve tekenen van falen (tachycardie, tachypnoe, hypo- of hypertensie,
    hypoxie, respiratoire acidose, arrythmieën)
2. subjectieve tekenen van falen (vermoeidheid, angst, agitatie, veranderde
    mentale toestand)

 

Op basis van de duur van de ontwenning en het falen van SBT/TSA wordt ontwenning in de huidige literatuur onderverdeeld in drie categorieën die je in de tabel hieronder ziet.



Er zijn aanwijzingen in de literatuur dat het ontwennen of extuberen later plaatsvindt dan strikt noodzakelijk. Bijvoorbeeld, in een grote studie waarbij twee methodes van ontwennen vergeleken werden in een gespecialiseerd ontwencentrum, kon 32% 10 (160/500) van de patiënten niet geïncludeerd worden, omdat zij de eerste TSA al succesvol doorstonden, wat niet onderkend was door de verwijzer [6]. Een andere studie toonde aan dat bijna 23% van de patiënten bij wie nog niet begonnen was met ontwennen, re-intubatie niet nodig is in geval van accidentele extubatie. Dit aantal liep op tot 50% indien reeds begonnen was met ontwenning [7]. Dit is van belang omdat is aangetoond dat uitstel van extubatie gepaard gaat met verhoogde morbiditeit en mortaliteit. Dagelijkse screening of ontwenning mogelijk is, leidt tot een kortere ontwenduur, minder beademingsdagen en een betere overleving [8]. In Nederland zijn overigens geen betrouwbare getallen beschikbaar voor aantallen
patiënten in de bovengenoemde categorieën (tabel1). In de Verenigde Staten is de toename van patiënten die langdurig beademd wordt (categorie 3) ongeveer 5% per jaar.


Prealabele voorwaarden of patiënt klaar is om een trial spontaan ademen uit te voeren om zo de kans op een succesvolle extubatie te beoordelen vind je in de tabel hieronder.


Afkortingen: AF ademfrequentie; HF hartfrequentie; MIP maximale inspiratie druk; RSBI rapid shallow breathing index; TSA Trial Spontaan Ademen; VC vitale capaciteit; Vt teugvolume


Hieronder vindt je de faal criteria voor een ontwentrial.


Conclusies:
1. Een rapid shallow breathing Index (RSBI (≤ 100-105 f/Tv)) kan gemeten worden
om het succes van een trial spontane ademhaling te voorspellen. 
2. Een goed uitgevoerde SBT/TSA verlaagt de kans op reïntubatie. 
3. Een SBT/TSA zonder inspiratoire support of PEEP benadert het beste de
ademarbeid die geleverd moet worden na extubatie .
4. Een trial spontane ademhaling van 30 minuten volstaat als eerste ontwentrial
indien patiënt niet langer dan 2 weken beademd is. 
5. Een cuff lek test vermindert het aantal reïntubaties. 
6. Toediening van steroïden bij patiënten met een negatieve cuff lek test
vermindert aantal reïntubaties.


Herziene Richtlijn Ontwenning Van De Beademing Voor Volwassen Patienten Op Een Intensive Care(IC) Versie Mei 2018
PDF – 415,7 KB 577 downloads

Bovenstaand document is het volledige document dat te vinden is op NVIC.nl, ook is dit te vinden via de link hieronder bij de bron.


Bron: https://nvic.nl/sites/nvic.nl/files/Herziene%20richtlijn%20ontwenning%20van%20de%20beademing%20voor%20volwassen%20pati%C3%ABnten%20op%20een%20intensive%20care%20versie%20mei%202018.pdf